Waar moet je op letten bij bloedsuiker prikken?

Bloedsuiker prikken: Een kleine handeling, een groot verschil

Bloedsuiker prikken is voor veel mensen met diabetes een dagelijkse routine. Het geeft inzicht in de glucosewaarden en helpt om de behandeling te optimaliseren. Hoewel het een snelle handeling lijkt, is het belangrijk om aandacht te besteden aan de juiste techniek en hygiëne. Dit zorgt niet alleen voor nauwkeurige resultaten, maar minimaliseert ook het risico op infecties en ongemak.

Waar moet je nu precies op letten bij het bloedsuiker prikken? Hieronder een aantal cruciale punten:

1. Hygiëne staat voorop:

Dit is misschien wel het belangrijkste aspect. Voordat je überhaupt de prikpen in handen neemt, is het essentieel om je handen grondig te wassen met warm water en zeep. Wrijf minimaal 20 seconden, tussen je vingers, op je handpalmen en handruggen. Droog je handen vervolgens zorgvuldig af met een schone handdoek of papieren doekjes. Vermijd het gebruik van alcoholische doekjes tenzij absoluut noodzakelijk, omdat deze de huid kunnen uitdrogen en de bloedsuikerwaarde mogelijk licht kunnen beïnvloeden.

2. Kies de juiste prikplaats:

Prik idealiter aan de zijkant van je vingertop, en niet in het midden van het topje. De zijkanten zijn minder gevoelig en er bevinden zich minder zenuwuiteinden. Wissel regelmatig van vinger om de huid te ontlasten en irritatie te voorkomen. Vermijd het prikken op dezelfde plek keer op keer.

3. Stimuleer de bloeddoorstroming:

Voordat je prikt, kan het helpen om je handen even te laten hangen en licht te schudden om de bloeddoorstroming te stimuleren. Dit zorgt ervoor dat er voldoende bloed beschikbaar is voor de meting. Je kunt je hand ook even onder warm water houden.

4. De prik en de bloeddruppel:

Gebruik een scherpe lancet voor een vlotte en minder pijnlijke prik. Vervang de lancet regelmatig, minimaal een keer per dag, om kruisbesmetting en pijnlijke prikken te voorkomen. Gebruik de prikpen volgens de instructies en stel de juiste prikdiepte in. Na het prikken, knijp niet hard in je vinger. Oefen in plaats daarvan lichte druk uit rondom de prikplaats om een mooie, ronde bloeddruppel te vormen. Een te kleine bloeddruppel kan leiden tot een foutmelding van de meter.

5. Aanbrengen op de teststrip:

Houd de bloeddruppel tegen de teststrip van de bloedsuikermeter. Raak de strip zelf niet aan met je vingers, omdat dit de resultaten kan beïnvloeden. Laat de bloeddruppel opgezogen worden door de strip volgens de instructies van je meter.

6. Afvoeren en schoonmaken:

Gooi gebruikte lancetten veilig weg in een daarvoor bestemde naaldencontainer of, indien niet beschikbaar, in een stevig afsluitbaar plastic bakje. Veeg na het aanbrengen van de bloeddruppel de prikplaats schoon met een schoon watje of tissue.

7. Ken je meter:

Elke bloedsuikermeter is anders. Lees de handleiding aandachtig door en volg de instructies van de fabrikant. Zorg ervoor dat je de meter regelmatig controleert met controlevloeistof om de nauwkeurigheid te waarborgen.

Conclusie:

Bloedsuiker prikken is een belangrijk onderdeel van diabetesmanagement. Door aandacht te besteden aan deze punten, zorg je voor een hygiënische, comfortabele en nauwkeurige meting. Aarzel niet om je diabetesverpleegkundige of arts om advies te vragen als je vragen hebt over de juiste techniek of de werking van je bloedsuikermeter. Een goede routine is essentieel voor een goede controle van je bloedsuikerwaarden en daarmee voor je algehele gezondheid.