Welk fruit mag niet bij PDS?

Fruit en PDS: Een glibberig pad door de fruittuin?

Het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS) kan een behoorlijke invloed hebben op de levenskwaliteit. Buikpijn, een opgeblazen gevoel, diarree en constipatie wisselen elkaar af, vaak zonder duidelijke aanleiding. Voeding speelt een cruciale rol in het beheersen van PDS-symptomen, en juist fruit, dat toch bekend staat als gezond, kan voor sommigen een echte boosdoener zijn.

De reden hiervoor schuilt in de zogenaamde FODMAPs. Deze afkorting staat voor Fermenteerbare Oligosacchariden, Disacchariden, Monosacchariden en Polyolen. Het zijn verschillende soorten koolhydraten die moeilijk of slecht verteerd worden in de dunne darm. Wanneer deze onverteerde stoffen de dikke darm bereiken, worden ze gefermenteerd door darmbacteriën. Dit fermentatieproces kan leiden tot gasvorming, een opgeblazen gevoel en andere PDS-klachten.

Welk fruit is verdacht?

Niet alle fruit is even problematisch voor mensen met PDS. De hoeveelheid FODMAPs verschilt sterk per soort. Over het algemeen staan de volgende fruitsoorten bekend als hoog in FODMAPs en kunnen ze beter vermeden of in zeer kleine hoeveelheden geconsumeerd worden:

• Appels: Bevatten veel fructose en sorbitol, beiden FODMAPs. Vooral grote porties kunnen problemen veroorzaken.
• Peren: Net als appels rijk aan fructose en sorbitol.
• Mangos: Ook een bron van fructose.
• Watermeloen: Bevat veel fructose en mannitol, een polyol.
• Avocados: Rijk aan sorbitol, een polyol. Ondanks hun gezonde vetten, kunnen ze voor PDS-patiënten klachten veroorzaken. Let op: een kleine hoeveelheid avocado is vaak wel goed te verdragen.
• Steenfruit (kersen, perziken, pruimen): Bevatten sorbitol. Een handje kersen kan al een hoop ongemak veroorzaken.
• Gedroogd fruit (rozijnen, abrikozen, vijgen): Doordat het water eruit is, is de concentratie fructose en andere FODMAPs veel hoger.

Maar waarom is fruit dan zo gezond?

Het is belangrijk te benadrukken dat fruit vol zit met essentiële vitamines, mineralen en vezels. Het is dus zonde om fruit volledig uit je dieet te schrappen. In plaats daarvan is het belangrijk om te experimenteren en je eigen tolerantieniveau te ontdekken.

Wat kan je wel eten?

Gelukkig zijn er ook genoeg fruitsoorten die over het algemeen goed worden verdragen door mensen met PDS, in elk geval in redelijke hoeveelheden. Denk aan:

• Bananen (vooral niet te rijpe): Bevatten weinig FODMAPs.
• Blauwe bessen: Een goede bron van antioxidanten en laag in FODMAPs.
• Aardbeien: Over het algemeen goed te verdragen.
• Frambozen: Net als aardbeien een veilige keuze.
• Kiwis: Rijk aan vitamine C en weinig FODMAPs.
• Sinaasappels: Een goede bron van vitamine C.
• Druiven: Vaak goed te verdragen, maar let op de hoeveelheid.
• Ananas: Laag in FODMAPs.

Het belang van testen en persoonlijke begeleiding

De reactie op fruit (en andere voeding) is zeer individueel. Wat voor de één werkt, kan voor de ander averechts werken. De beste manier om erachter te komen welk fruit je wel en niet kunt verdragen, is door middel van een eliminatiedieet onder begeleiding van een diëtist gespecialiseerd in PDS.

Een eliminatiedieet houdt in dat je gedurende een bepaalde periode alle hoog-FODMAP voedingsmiddelen uit je dieet schrapt. Daarna introduceer je ze één voor één weer, om te kijken op welke voedingsmiddelen je reageert. Dit proces is complex en vereist nauwkeurige monitoring, vandaar het belang van professionele begeleiding.

Conclusie

Fruit kan een lastig onderdeel van het dieet zijn voor mensen met PDS. Door je bewust te zijn van de FODMAP-gehaltes van verschillende fruitsoorten en door middel van een zorgvuldig eliminatiedieet, kun je ontdekken welke fruitsoorten je wel en niet kunt verdragen. Raadpleeg altijd een diëtist voor persoonlijk advies en begeleiding. Zo kun je toch genieten van de voordelen van fruit, zonder je PDS-klachten te verergeren.