Wat mag de bedrijfsarts niet vragen?

De Bedrijfsarts: Waar ligt de grens van de vragen?

De bedrijfsarts speelt een cruciale rol in de gezondheid en veiligheid van werknemers. Hij of zij beoordeelt de arbeidsgeschiktheid, adviseert over re-integratie en helpt preventief om gezondheidsproblemen op de werkvloer te voorkomen. Echter, de relatie tussen bedrijfsarts en werknemer is gebonden aan strikte regels omtrent privacy. Het is belangrijk te weten wat de bedrijfsarts wel en niet mag vragen, en waar de grens ligt van de vertrouwelijkheid.

Het Fundament: Privacy en Onafhankelijkheid

De basis van de relatie tussen bedrijfsarts en werknemer is wettelijk vastgelegd en gericht op het beschermen van de privacy van de werknemer. De bedrijfsarts heeft een geheimhoudingsplicht. Dit betekent dat alle informatie die tijdens een consult wordt gedeeld, strikt vertrouwelijk is. Informatie over diagnoses, medische behandelingen, en de details van uw gezondheidstoestand, mag zonder uw uitdrukkelijke toestemming nooit met uw werkgever worden gedeeld.

Wat de Bedrijfsarts NIET mag vragen:

De bedrijfsarts mag geen vragen stellen die direct ingaan op de details van uw medische geschiedenis of diagnose, tenzij dit absoluut noodzakelijk is voor het beoordelen van uw arbeidsgeschiktheid en u hier toestemming voor geeft. Concreet betekent dit:

• Geen specifieke vragen over diagnoses: De bedrijfsarts mag niet direct vragen naar de specifieke naam van uw aandoening. Bijvoorbeeld: “Aan welke vorm van kanker lijdt u?” of “Welke medicatie slikt u precies tegen uw depressie?”.
• Geen details over behandelingen: De bedrijfsarts mag niet vragen naar de specifieke behandelingen die u ondergaat, tenzij dit relevant is voor de beoordeling van uw arbeidsgeschiktheid en u toestemming geeft.
• Geen directe communicatie met uw behandelend arts zonder toestemming: De bedrijfsarts mag niet zonder uw expliciete toestemming rechtstreeks contact opnemen met uw behandelend arts (huisarts, specialist, etc.) om informatie over uw medische geschiedenis te verkrijgen.
• Vragen die irrelevant zijn voor uw arbeidsgeschiktheid: Vragen die geen direct verband houden met uw vermogen om uw werk uit te voeren, zijn niet toegestaan. Bijvoorbeeld, vragen over uw privéleven die geen invloed hebben op uw werkcapaciteit.
• Dwang tot het verstrekken van informatie: U mag nooit gedwongen worden om informatie te delen. Het is uw recht om bepaalde vragen niet te beantwoorden.

Wat de Bedrijfsarts WEL mag vragen:

De bedrijfsarts kan wél vragen stellen die relevant zijn voor het beoordelen van uw arbeidsgeschiktheid. Dit kan onder meer gaan om:

• Uw klachten en beperkingen: Welke klachten ervaart u, en in hoeverre belemmeren deze u bij het uitvoeren van uw werkzaamheden?
• Uw functioneren in het werk: Wat gaat er goed, wat gaat er minder goed? Waar loopt u tegenaan?
• Uw prognose: Wat zijn de verwachtingen met betrekking tot uw herstel en terugkeer naar het werk?
• Aanpassingen op de werkplek: Welke aanpassingen zijn nodig om u in staat te stellen uw werk (weer) uit te voeren?

Belangrijk om te onthouden:

Het is belangrijk om open te communiceren met de bedrijfsarts, maar u heeft altijd het recht om uw grenzen aan te geven. U bent niet verplicht om alle details van uw medische geschiedenis te delen. De bedrijfsarts is er om u te helpen bij het vinden van een passende oplossing voor uw situatie, rekening houdend met uw privacy en uw recht op zelfbeschikking. Heeft u twijfels of het gevoel dat een vraag ongepast is, bespreek dit dan direct met de bedrijfsarts. Het is ook mogelijk om een second opinion aan te vragen bij een andere bedrijfsarts.

Door te begrijpen wat de bedrijfsarts wel en niet mag vragen, kunt u met vertrouwen de gesprekken aangaan en bijdragen aan een gezonde en veilige werkomgeving, met respect voor uw privacy.