Is gehen een sterk werkwoord?

Is ‘gehen’ een sterk werkwoord?

Het werkwoord ‘gehen’ (gaan) in het Duits is een zwak werkwoord. Dit in tegenstelling tot sterke werkwoorden, die een andere vervoegingspatroon kennen en vaak veranderingen in de stam van het werkwoord vertonen bij de verschillende tijden en personen.

Het is belangrijk om de basisprincipes van sterke en zwakke werkwoorden te begrijpen. De vervoeging van een zwak werkwoord volgt een vast patroon, gebaseerd op de stam van het werkwoord. Bij ‘gehen’ gebeurt dit als volgt:

• Präsens (tegenwoordige tijd): ich gehe, du gehst, er/sie/es geht, wir gehen, ihr geht, sie/Sie gehen
• Präteritum (verleden tijd): ich ging, du gingst, er/sie/es ging, wir gingen, ihr gingt, sie/Sie gingen

Zoals je ziet, verandert de stam ‘geh’ niet significant. Dit is een kenmerk van de zwakke werkwoordvervoeging. Sterke werkwoorden kennen vaak aanzienlijke veranderingen in de stam. Een voorbeeld van een sterk werkwoord is ‘lesen’ (lezen), waar de stam in het verleden enorm anders uitziet.

Het is dus cruciaal om te onthouden dat ‘gehen’ een zwak werkwoord is en niet een sterk werkwoord. Het is onderdeel van een groep werkwoorden die hun vervoeging op een specifieke manier ordenen en geen onregelmatigheden vertonen in de stam. Dit inzicht is essentieel voor het correct toepassen van het werkwoord in verschillende grammaticale contexten in het Duits.