Kan een werkgever een transitievergoeding weigeren?

1 weergave

Een werkgever is in principe verplicht een transitievergoeding te betalen bij ontslag. Enkel in zeer specifieke situaties kan hiervan worden afgeweken, bijvoorbeeld bij ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer. De bewijslast voor deze uitzondering ligt volledig bij de werkgever en is zelden succesvol.

Opmerking 0 leuk

Kan een werkgever de transitievergoeding weigeren? Een genuanceerd antwoord.

De transitievergoeding is een belangrijk onderdeel van het ontslagrecht in Nederland. Voor werknemers biedt het een financiële buffer bij het verliezen van hun baan. De vraag of een werkgever deze vergoeding kan weigeren, is echter genuanceerd en hangt af van de specifieke omstandigheden. Het korte antwoord is: in principe nee, maar er zijn uitzonderingen.

De wet schrijft voor dat een werkgever bij een ontslag op initiatief van de werkgever, een transitievergoeding moet betalen. Dit geldt ongeacht de reden van ontslag, tenzij er sprake is van een uitzondering. Deze uitzonderingen zijn expliciet in de wet opgenomen en betreffen situaties waarbij de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Dit is een hoge drempel die niet snel zal worden overschreden.

Wanneer kan een werkgever de transitievergoeding wél weigeren?

De wet spreekt van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer. Dit betekent meer dan alleen een kleine fout of een lichte vorm van disfunctioneren. Denk hierbij aan:

  • Diefstal: Het stelen van bedrijfsgeheimen of eigendommen van de werkgever.
  • Zware fraude: Opzettelijke misleiding die de werkgever aanzienlijke schade berokkent.
  • Geweldpleging: Fysiek of verbaal geweld tegen collega’s of leidinggevenden.
  • Grove schending van arbeidscontract: Een herhaaldelijke en opzettelijke overtreding van essentiële bepalingen in het arbeidscontract.

Het is cruciaal om te begrijpen dat de bewijslast volledig bij de werkgever ligt. De werkgever moet onomstotelijk kunnen aantonen dat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Dit vereist vaak meer dan alleen een verklaring van de werkgever; concrete bewijzen zoals getuigenissen, rapportages en correspondentie zijn essentieel. De rechter zal zeer kritisch toetsen of aan de hoge eis van ernstig verwijtbaar handelen is voldaan.

De praktijk wijst uit dat het succesvol ontlopen van de transitievergoeding op grond van ernstig verwijtbaar handelen uitzonderlijk is. De kans dat een rechter de werkgever in het gelijk stelt, is klein. Een werkgever moet zich dus goed realiseren dat een dergelijke procedure tijdrovend, kostbaar en juridisch complex is, en vaak eindigt met een veroordeling tot betaling van de transitievergoeding, plus eventuele proceskosten.

Conclusie:

Hoewel de wet de mogelijkheid biedt om de transitievergoeding in uitzonderlijke gevallen te weigeren, is dit in de praktijk zeer moeilijk te realiseren. De hoge drempel van ‘ernstig verwijtbaar handelen’ en de strenge bewijslast die op de werkgever rust, maken het voor werkgevers nagenoeg onmogelijk om de transitievergoeding te ontlopen, behalve in de meest extreme gevallen. Een goed advies van een jurist is dan ook essentieel voor zowel werkgever als werknemer bij een ontslagprocedure.